woensdag 18 april 2012

Lupines

Toen wij in 2009 onze reis door Scandinavie maakten, hebben we steeds weer mateloos genoten van de bermbegroeiingen.
Margrieten en Lupines. 
De Lupines stonden er in alle kleuren. Zelfs in de meest onherbergzame gebieden, waar in het terrein geen of ternauwernood grond aanwezig was, groeiden in de ophogingen voor de wegen de Lupines meer dan uitbundig.  Vrolijk makend en mooi. In Schotland staat een andere kaarsachtige bloem langs de weg, het wat minder lieflijke Vingerhoedskruid. Mooi maar dodelijk.
Toen we weer thuis waren, wilde ik eigenlijk ook wel zo'n tuintje voor mijn deur. Dus zijn wij naar Ranzijn gegaan en hebben daar een doos met Lupines gekocht en voor de deur gezet. Sindsdien bloeit er de hele zomer een fraaie bos. Twee jaar terug heb ik het zaad rondom de planten en in de dijk gegooid echter zonder groeiend en bloeiend resultaat. Waarschijnlijk is alles of weggespoeld of door de vogels opgegeten. Vorig jaar heb het zaad gedroogd en bewaard en een paar weken geleden in een bak met goed natte stek-aarde gelegd. Aanvankelijk dacht ik dat het weer niets zou worden, tot ik vanmorgen en mooie groene waas over het bakje zag. Al het zaad is gekiemd. Ik zal de plantjes voor we over twee weken vertrekken nog wel op de pot zetten en als we weer terug zijn, uit planten op de dijk bij onze bankjes. 
Nog meer natuur. 
Toen Mieke en ik zondag een rondje Zaltbommel fietsten, zagen we in de natte uiterwaarden bij Nieuwaal, twee Tureluurs staan te foerageren. We moesten allebei bekennen dat we ze tot nu toe alleen maar van de plaatjes kenden. 
Nu veel uiterwaarden enigszins gestructureerd  worden uitgegraven als extra berging voor de rivier bij hoogwater, zijn er in de droge tijd ook nog veel poelen, die in verbinding staan met de rivier. In dat zich steeds verversende water, komen steeds meer waadvogels voor.

Vanmorgen vroeg, toen ik de honden uit liet, vloog er eerst een groen specht van de dijk op en vloog in een fraaie golfslag naar een roestige Wilg bij het water. Daarna joeg ik een hele vlucht babbelende Putters weg. 
Maar ik schok echt van twee Patrijzen. Die blijven heel stil zitten tot je vlak bij ze bent. Je ziet ze echt niet in het al weer hoge gras, maar als ze dan toch besluiten om maar weg te vliegen, schieten ze luid roepend bijna onder je voeten vandaan en vliegen hard klapwiekend (zulke vliegers zijn het niet) het riet in.
Ik hoorde overal om heen de Vinken zitten te takken, maar op het ogenblik zitten de Winterkoninkjes zo mooi en knal hard te zingen. Ik sta er steeds weer verbaasd over dat zo'n klein vogeltje zo veel geluid kan maken.

Over twee weken zitten we op de fiets richting Breda. Voor die tijd moeten er nog wel een paar klussen worden opgeknapt en moet ik nog behoorlijk wat gasten ontvangen. Maar vanaf 25 april is de B&B gesloten.