Toen wij in 2009 onze reis door Scandinavie maakten, hebben we steeds weer mateloos genoten van de bermbegroeiingen.
Margrieten en Lupines.
Nog meer natuur.
Toen Mieke en ik zondag een rondje Zaltbommel fietsten, zagen we in de natte uiterwaarden bij Nieuwaal, twee Tureluurs staan te foerageren. We moesten allebei bekennen dat we ze tot nu toe alleen maar van de plaatjes kenden.
Nu veel uiterwaarden enigszins gestructureerd worden uitgegraven als extra berging voor de rivier bij hoogwater, zijn er in de droge tijd ook nog veel poelen, die in verbinding staan met de rivier. In dat zich steeds verversende water, komen steeds meer waadvogels voor.
Vanmorgen vroeg, toen ik de honden uit liet, vloog er eerst een groen specht van de dijk op en vloog in een fraaie golfslag naar een roestige Wilg bij het water. Daarna joeg ik een hele vlucht babbelende Putters weg.
Maar ik schok echt van twee Patrijzen. Die blijven heel stil zitten tot je vlak bij ze bent. Je ziet ze echt niet in het al weer hoge gras, maar als ze dan toch besluiten om maar weg te vliegen, schieten ze luid roepend bijna onder je voeten vandaan en vliegen hard klapwiekend (zulke vliegers zijn het niet) het riet in.
Ik hoorde overal om heen de Vinken zitten te takken, maar op het ogenblik zitten de Winterkoninkjes zo mooi en knal hard te zingen. Ik sta er steeds weer verbaasd over dat zo'n klein vogeltje zo veel geluid kan maken.
Over twee weken zitten we op de fiets richting Breda. Voor die tijd moeten er nog wel een paar klussen worden opgeknapt en moet ik nog behoorlijk wat gasten ontvangen. Maar vanaf 25 april is de B&B gesloten.