Zaterdag 1 september
We hebben ons die zaterdagochtend in Parijs niet gehaast.
We werden om 09.15 uur wakker.
Mieke is Julius uit gaan laten en ik ben stokbrood gaan
kopen bij de beste bakker in de buurt in de Av. De Versaille.
Als we thuis komen is iedereen wakker.
We ontbijten, pakken onze spullen, rijden de Hilton bijna
bij Margriet en Daniel naar binnen.
We laden al onze troep en de hond in, nemen afscheid en
vertrekken.
We zijn Parijs nog niet uit of we krijgen een telefoontje
van Daniel dat we de hondenbakken in de keuken hebben laten staan.
Dat wordt honger lijden Julius.
We rijden richting Orléans en slaan daar af naar Tours.
Ik moet zeggen dat het super rustig is op de weg. In allebei
de richtingen.
Na Tours, ach arm, wat een ellende als je uit het zuiden
komt.
Later blijkt dat de weg in ieder geval tot Bordeaux bijna
vol staat.
Het zijn vooral van vakantie terugkerende Nederlanders en
Fransen, te herkennen aan de dakkoffers, caravans en campers.
De van vakantie terugkerende Marokkanen zijn vooral te
herkennen aan de volgepakte blauwe dekzeilen op de daken van de stationcars en
busjes. Het is echt zo Aycha.
Zij hebben waarschijnlijk slechte handel gehad in Marokko
en nemen hun spullen allemaal weer mee terug of ze hebben uitstekend ingekocht
voor een goede handel in het crisis Nederland.
Bij Saintes gaan we de snelweg af, tanken voor €1,30 per liter diesel en doen boodschappen
bij de Supermarché.
Voor de winkel staan twee motorrijders met indrukwekkende
motoren, die ook nog zwaar beladen zijn.
Het zijn een Koeweiti en Sudanees, die Parijs Dakar omgekeerd
aan het rijden zijn.
Morgen verwachten ze in Parijs aan te komen. Ik heb even
met ze staan kletsen, terwijl Mieke inkopen deed.
Daar zit een mooi verhaal in.
Op een bijna verlaten Municipal parkeren we de Hilton.
Julius vindt reizen in de bench in de auto niet echt erg,
maar leuk ook niet.
Maar dat ding in de tent is een nieuw avontuur.
We eten Confis de Canard en drinken er een goed glas wijn
bij.
Na de avondwandeling drinken we nog wat en stoppen Julius
in zijn tent.
Mieke vertelt nog wat nare verhalen over eenzame hondjes
alleen in tentjes en valt in slaap.
Ik doe dus geen oog meer dicht en bedenk alle
rampscenario’s over eenzame hondjes, die er maar zijn.
Van gestolen honden tot onderkoelde honden.
Om 7 uur s’morgens verlos ik Julius uit zijn tent.
Hij slaapt nog.
Ik laat hem een plas doen en geef hem een nieuwe
slaapplaats onder ons bed.
Hij valt gelijk weer in slaap en slaapt net als wij tot
een uur of negen door.
Na het ontbijt, geloof het of niet, vouw ik het
opgooitentje in 7 seconden op en na tien seconde zit het weer als nieuw in de
verpakking.
Tataaaaaaaaaaaaa.
Zondag 2 september.
Ik herinner ons er aan dat het zondag is en de bakkers en
supermarkten rond 12 uur sluiten.
We moeten voor 12 uur brood scoren.
We rijden het centrum van Saintes in. De zondagochtend
markt is in volle gang. Het is dus stervensdruk.
Hoog vanuit onze Hilton hebben we een prachtig uitzicht
op de omgeving.
Mieke ziet op de rand van de markt een bakker en springt
uit de bus, die ik dan maar met knipperlichten aan op een zebrapad parkeer.
Ik kijk naar beneden in een fraaie Audi, waar een fraai
stel mensen in zit.
Zij kijken terug en schieten allebei in een schaterlach.
Later weet ik waarom.
Ik ben wel lekker wezen douchen s ‘ochtends, heb mijn
vieze haren gewassen en verder niets meer aan mijn uiterlijk gedaan.
Een camper die bestuurd wordt door een schijnbaar
aangeschoten grijze vogelverschrikker moet lachwekkend zijn, nee was
lachwekkend zag ik later in de spiegel.
Later komen we voor twaalf uur nog een aantal bakkers
tegen in veel rustiger omgevingen.
Maar ja, zo gaat dat nu eenmaal altijd.
Ook als je een bankje zoekt om te lunchen.
Als je uiteindelijk ergens op een hoek en een kant gegeten
hebt en verder rijdt, dan staat om de
eerst bocht een leuke picknicktafel met mooi uitzicht.
We rijden om Bordeaux heen, nee geen bezoekje en
gezellige terrasjes.
We gaan naar St.-Julien-en-Born zo halverwege Les landes.
De haast moet er uit.
We kunnen geen minuut stil zitten, maar zijn wel dood
moe.
S’avonds zitten we aan het strand van Contis Plage met de
kuiten in het water.
De hond speelt met de branding.