Ik verbaas me niet
meer zo vaak over dingen, maar laat me wel graag verrassen door dingen, die me
nog niet eerder zijn opgevallen
Een paar dagen
geleden, het was toevallig eens mooi weer, speelde zich in ons dorp een tafereel
af wat zich waarschijnlijk iedere dag afspeelt, maar me nog nooit zo was
opgevallen.
Ons dorp barst van
de opa’s en oma’s en natuurlijk ook van de baby’s.
Dus barst het ook
van de door opa’s en de oma’s aangedreven kinderwagens.
Ik ga er maar van
uit dat in iedere kinderwagen ook werkelijk een baby ligt.
Kinderwagens kunnen
natuurlijk uitstekend dienst doen als boodschappenwagentje of als verkapte rollator.
Kris kras toeren de
opa’s en oma’s door de straten van Vuren. Strak door de bochten geroutineerd stoepjes
op en stoepjes af.
Ze vertonen bitter weinig
belangstelling voor de inhoud van hun kinderwagens en ook niet voor de opa of
oma, die ze tegenkomen.
Geen blik van
verstandhouding, geen begrijpend lachje, geen knik, niks.
Ze lopen langs
lucht of misschien wel hun eigen spiegelbeeld. Ik weet het niet
Met een flauwe maar
wel ingetogen glimlach, lopen ze als in trans achter hun kleinkind of het
kleinkind van een ander aan. Straat in en straat uit.
Bij de wandelende opa’s
zie je soms nog een glimp van gĂȘne,
maar dat mogen ze onder geen voorwaarde echt laten merken.
De oma’s hebben meer
gevoel voor decorum.
Ze lopen er op zijn
paasbest bij. Slank afkledend pakje of jurkje.
De grijzen haren
weg gewerkt in een vlot geknipte kapsel.
Ze willen wel oma
zijn, maar wel van het type Piep-oma.
Zo’n “je bent toch nog
niet zo oud, oma”
Ze zig-zaggen van
noord naar zuid en van oost naar west en andersom door het dorp.
Het heeft iets van
een ballet met een strakke choreografie.
Maar ik zie er geen
echt patroon in, dus zal ik me alles wel verbeelden.